vrijdag 11 november 2011

About Bibi en de straaljager ...

Bibi was nu wel degelijk de weg kwijt. Het beertje stond een beetje hulpeloos in het rond te staren, niet goed wetende waar naartoe. Zelfs haar Samsung Galaxy S2 kon haar niet helpen, het capacitieve scherm reageerde niet op haar wollen berenpootjes en de vinger die ze van Kees had afgehakt was ze alweer kwijt. Het was een goede oplossing geweest, vond ze zelf, de vinger gebruikte ze als een soort stylus op het toestel. Ze nam zich voor dit als lifehack door te sturen naar één van die websites.

Plots tikte er iemand op haar schouder. Ze draaide zich om en keek recht in de knieschijven van een man. Toen ze haar blik naar boven wendde, zag ze een wat vreemde verschijning. Er stond een heerschap met een hoedje op, rose T-shirtje en een blauwe short, en in zijn linkerhand hield hij een soort vlindernetje. Ze gilde het uit maar de man glimlachte vriendelijk naar haar.

“Vrees niets, beertje, ik zal je geen kwaad doen. Ik heb het niet op jou gemunt, noch op vlinders, zoals in de vorige zin werd gesuggereerd. Neen, ik ben een straaljager.”
“Een straaljager ?” mompelde het beertje, nauwelijks bekomen van het opschrikken.
“Ja, een straaljager. Ik jaag op stralen. Dat doe ik als beroep.”
“Uhm … stralen? Jagen op stralen?”
De man grinnikte. “Ja, jagen op stralen, is dat zo vreemd? Er zijn mensen die jagen op dieren, mensen die jagen op koopjes, mensen die jagen op succes … wel, ik jaag op stralen.”

Bibi krabde bedenkelijk achter haar linkeroor. Zoiets vreemds had ze nog nooit gehoord.
“En op welke stralen jaag je dan zoal?” vroeg ze aan hem, toegevend aan haar vrouwelijke nieuwsgierigheid.
Nu begonnen de ogen van de man te blinken. Hij stak van wal.
“Dat kunnen alle mogelijke stralen zijn. Je hebt bijvoorbeeld infrarode stralen of elektromagnetische stralen, zoals deze röntgenstraal.” Uit zijn tas diepte hij iets op en toonde het aan Bibi. “En hier heb ik ook nog wat alfastralen en deze is natuurlijk heel bekend, de zonnestraal. En oh ja, een radioactieve straal.” De klassieke muziek die eruit kwam deed vermoeden dat de straal op Klara stond afgestemd.

Het beertje keek gefascineerd naar al deze stralen en de straaljager glom van trots toen hij de grote interesse van het beertje zag.
“En hoe vang je die dan?” vroeg Bibi.
“Wel,” sprak de man met een bevlogen tong, “door de jaren heen is daar grote verandering in gekomen. Vroeger namen we doorgaans de fiets om achter stralen aan te rijden. Maar zo’n straal beweegt zich snel en daarom zijn we de laatste jaren overgeschakeld op snelle vliegtuigen. Deze maken echter veel lawaai en we vliegen vrij laag over de aarde. Dan worden de mensen boos en zeggen ze ‘daar is weer zo’n straaljager’”.

Tja, dat had ze ook al meegemaakt. Die laagvliegende tuigen met veel lawaai waren dus straaljagers. Maar, aangezien de man hier nu toch stond, kon hij haar misschien helpen.
“Ik ben verdwaald,” zei Bibi “kan je mij helpen met het terugvinden van de weg?”.
De straaljager grijnsde en knikte van jawel.
Bibi zag het, glimlachte en er verscheen een straaltje hoop in haar ogen.
Oh jee! Vliegensvlug zwaaide de man zijn vlindernetje en ving het straaltje, wees naar de weg en lachte ‘daar is de weg!’. Hij draaide zich om, liep naar zijn geparkeerde vliegtuig en met donderend geraas verdween hij aan de horizon.

“Stomme straaljager”, bromde Bibi en vervolgde haar tocht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten