zaterdag 16 juni 2012

Levenslang stadionverbod voor supporter moet Oranje redden

De slechte resultaten van het Nederlandse elftal op het Europees kampioenschap voetbal, waardoor Oranje op de rand van de uitschakeling balanceert, heeft de KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond) aangezet tot directe actie.

“Het kan niet dat we voortijdig het tornooi dienen te verlaten,” gromt Bert van Oostveen, directeur en bestuursvoorzitter betaald voetbal. “De bedoeling is wel dat we Europees kampioen worden. De route van de grachtentocht ligt allang vast, we hebben het nodige feestmateriaal reeds geleend, en het overwinningslied is al een echte hit! Het zal dus een complete ramp zijn als we zondagavond de caravan dienen in te pakken en weer naar huis rijden”.
Directe actie is dus geboden. En, zoals we de gemiddelde Nederlander kennen, wordt er doortastend gereageerd.


Het Nederlandse voetbal is reeds lang succesvol. Naast sportieve prestaties is dit mede te danken aan een zeer professionele extra-sportieve omkadering. Zelfs informatietechnologie wordt reeds geruime tijd ingezet om prestaties te analyseren en te optimaliseren.
Ron Francis knikt. De financieel directeur betaald voetbal was de drijvende kracht achter een doorgedreven informatisering van de sport. Hij hoopt nu met één van zijn paradepaardjes letterlijk te scoren.


“Big data, noemen ze het nu”, glimlacht Ron. “Wij zijn er allang mee bezig.” In gedachten verzonken laat hij zijn hand even liefkozend over zijn Lenovo X1 Carbon glijden. “Hiermee connecteer ik naar onze Hadoop-omgeving”, vervolgt hij, “een superkrachtig analyse tool voor grote hoeveelheden data. Alle gegevens die met voetbal en Oranje te maken hebben, worden hierin gestopt. Op die manier kunnen we zeer snel accurate analyses uitvoeren en op basis daarvan de juiste beslissingen nemen.”
Vervolgens verlaagt hij zijn stem en gaat fluisterend verder. “Alles houden we in de gaten: goals, passes, looppatronen van spelers, voedingsgewoontes, zelfs aanwezigheid van supporters tijdens de voetbalmachten van Oranje. En juist door dit laatste gegeven kwamen we een vreemd fenomeen op het spoor.”


Tsjalf V. zit met zijn hoofd in zijn handen. Hij is een gebroken man sinds hij het nieuws te horen heeft gekregen. “Natuurlijk klopt het wel ergens,” snikt hij “ik vond het ook al heel vreemd dat het altijd zo liep. Ik ben een trouwe supporter van Oranje maar telkens als ik naar een match ga kijken, verliezen ze. Al tientallen jaren herhaalt dit fenomeen zich. Het tornooi in 2010 volgde ik op TV, voor de finale had ik tickets gekregen en de afloop is gekend. En dit jaar moest het zo mooi worden, ik had 3 weken verlof genomen en al onze spaarcenten in de reis en de wedstrijden gestopt. De eerste twee verloren we dus weer. En het zijn de laatste geweest waarnaar ik mag gaan kijken”.


Ron grijnst. “Die big data is een machtig wapen. Het is nu wel duidelijk dat er een oorzakelijk verband is tussen de aanwezigheid in het stadion van de heer V. en het verlies van Oranje. We hebben hem daarom door de Poolse politie laten oppakken in zijn hotel in Krakau. Dat we hem daarvoor als hooligan hebben moeten tippen, is natuurlijk een leugentje om bestwil hé,” waarop hij een vette knipoog produceert. “V. heeft inmiddels een levenslang stadionverbod aan zijn broek, wat ook wil zeggen dat hij zich zondagavond bij de Poolse politie dient te melden. Zekerheidshalve hebben we gevraagd dat de politie hem blinddoekt tijdens de match, zodat hij zeker geen blik op het scherm kan werpen.”


Bert van Oostveen is er gerust in. “Door data-analyse hebben we eindelijk het zwakke punt uit Oranje kunnen isoleren. Zondag zal de totale ommekeer een feit zijn. Hup Holland Hup! Oranje boven, leve de Koningin! We worden kampioen!’.

zondag 1 januari 2012

De babyzeef


In haar ene arm hield ze een verse baby, met het uiteinde van de andere arm wees ze naar de kerstboom. “Wat vindt je van onze kerstboom?” Ze sprak in dt-fouten maar dat stoorde mij hoegenaamd niet.

Ik keek naar de boom, naar de prachtige kerstballen, de slingers en de pakjes. Eéntje sprong in het oog: het was een reusachtig cilindervormig ding, met een diameter van ongeveer 25,19 meter en een hoogte van 2 meter. Het was netjes ingepakt in een rood papiertje met een gouden strik errond.

“Wat is dat?” vroeg ik haar.
“Dat is een cadeautje voor de baby maar ik ga het nog niet verklappen want ze luistert mee”. Vervolgens parkeerde ze de baby in het wippertje en zette haar een iPod met luide muziek op de oren.
“Zo, nu kan ze ons niet meer horen, anders is de verrassing ervan af,” glimlachte ze naar mij.
Ze wees naar het indrukwekkende ding ‘Dat, dat is een babyzeef’.
“Een babyzeef?”
“Ja, een babyzeef. Zoals een zeefje waarmee je in het zand speelt. Maar dan veel groter. ‘t Is een metalen constructie met grote mazen waar baby’s doorvallen en volwassenen in blijven hangen.”
“Waarvoor dient dat?” vroeg ik verbaasd.

Ze keek mij niet begrijpend aan. “Dat spreekt toch voor zich? De toepassingen zijn legio. Stel, je bent in een druk shoppingcenter en plots ben je je baby kwijt. Dan komt de babyzeef tot zijn recht: je duwt de massa in je zeef, schudt ermee en floep, je baby valt eruit. Eénvoudig toch hé?”
Ik krabde in mijn haar, pulkte in mijn neus, en dacht na. “Maar stel, stel dat er meerdere baby’s door de babyzeef vallen?”

Ze knikte alsof ze deze vraag had verwacht. “Ik had deze vraag verwacht.” Ze glimlachte.
“Heel eenvoudig. Ik heb een QR-code op de rug van m’n baby laten tatoeëren.” Ze stroopte het hemdje van het kindje op en er verscheen een amalgaam van blokjes in een ogenschijnlijk willekeurig patroon.
Ik graaide in mijn broekzak en diepte een Galaxy SII op. Vervolgens scande ik de code en kwam op de Facebookpagina van de baby uit.
“Knap bedacht, “ mompelde ik.
“Ja hé. Door het scannen van de code weet ik onmiddellijk dat het mijn baby is en meer nog, ik kom ook nog de laatste nieuwtjes over haar te weten. Facebook is geweldig.”

Ik stuurde het kleine meisje een vriendschapsverzoek en graaide in de koelkast naar nog een biertje.